Wat betekent onze achternaam?


Ruiter

Bij een ruiter denken we tegenwoordig aan de berijder van een paard. Maar dat is bepaald niet de oorsprong van onze achternaam.
Onze achternaam kwam al rond 1600 voor, dat is midden in de 80-jarige oorlog. In de 16e eeuw stonden waren 'ruters' meestal landsknechten, die als huursoldaten door een landsheer gebruikt werden voor het doen van invallen of strooptochten op vijandelijk gebied. Deze ‘ruters’ konden zowel te voet gaan als te paard. Pas in de 17e eeuw verschoof de betekenis van het woord naar een berijder te paard en verloor het ook zijn militaire achtergrond. Mogelijk is onze verre - nog onbekende - voorvader een Duitse huursoldaat geweest, die hier in de Nederlanden zijn diensten aanbood. Onze achternaam is zo ongetwijfeld als bijnaam ontstaan.
Duitse landsknechten Samengevat: Ruter is afgeleid van ruten, wat 'plunderen' betekent. In de vijftiende eeuw is de betekenis toegespitst op degenen die van plunderen welhaast hun beroep hadden gemaakt, namelijk de huurlingen. Omdat huurlingen hun plundertochten meestal te paard uitvoerden, werd het begrip ruter de gewone aanduiding voor een 'krijgsman te paard'. Dat gebeurde in de zestiende eeuw. Pas in de zeventiende eeuw ging ruter of ruijter een rijder te paard betekenen.









Opmerkingen? Foutje gevonden?   Opmerkingen?
Meld het via het reactieformulier!