Verraders?




Klik op foto's voor groter formaat

Karel van Gelre
In de middeleeuwen was Gelre een zelfstandig en belangrijk hertogdom naast het grote Bourgondische Rijk. Maar in 1473 kwam Gelre in handen van de Bourgondische hertog Karel de Stoute. Nadat deze in 1477 was overleden werd hij opgevolgd door zijn enige dochter Maria van Bourgondië. Zij huwde in hetzelfde jaar met Maximiliaan I van Oostenrijk. Hun zoon Filips de Schone kreeg dan in 1482 Gelre in handen.
Tegen deze 'buitenlandse' overheersing bleef verzet bestaan en in 1493 herkreeg Gelre zijn zelfstandigheid onder hertog  Karel van Gelre. Het conflict was daarmee niet uit de wereld. In 1502 ging de strijd ging tussen de Habsburgse koning van Castilië, dat is Filips de Schone en Karel, de hertog van Gelre. Filips de Schone was in 1504 in Brussel gekroond tot koning van Castilië en in 1506 vertrok hij naar Spanje om zijn rechten te doen gelden.

Filips de Schone
Hertog Karel van Gelre was een sluw man. In 1504 moest hij vrede sluiten met de Habsburgers (in de persoon van Filips de Schone), en werd verbannen naar het Spaanse hof. Karel reisde naar Antwerpen om zich in te schepen naar Spanje, maar toen hij vernam dat Filips reeds naar Spanje was teruggekeerd, zag hij zijn kans schoon en vestigde zich in 1505 weer als hertog in Gelre. Het jaar daarop overleed Filips, en dat gaf Karel gelegenheid om zijn hertogdom Gelre beetje bij beetje terug te veroveren. In 1513 werd Karel door de Habsburgers als hertog erkend.
In 1515 besteeg Karel V de troon van Spanje en kreeg Karel van Gelre het moeilijk. Maar door het bondgenootschap met Frankrijk en de strijd die de Habsburgers op andere fronten moesten leveren kon Karel het lang volhouden.

We keren terug naar 1505 als Karel opnieuw is geïnstalleerd als hertog van Gelre. Filips had de druk maar weer eens opgevoerd en had de stad Zutphen begin juli een ultimatum gestuurd waarin hij de overgave van de stad eiste [1699].
Hertog Karel stuurt meteen een bericht naar de stad waarin hij de overtuiging uitspreekt dat de stad hem niet zal afvallen [1701]. Zutphen vraagt bedenktijd en zendt ondertussen een kleine delegatie naar het hof van de koning om te onderhandelen over een wapenstilstand. Als Filips daar lucht van krijgt, stuurt hij burgemeesters, schepenen, raad, gemeente en ingezetenen van Zutphen een brief, waarin hij uitdrukking geeft aan zijn ergernis over de onderhandelingen van Zutphen met de Bourgondische partij, met een opwekking om getrouw te blijven, aangezien Zutphen volgens hem niet door bestorming, maar gelijk Arnhem alleen door verraad kan vallen. [1712]
Maar nóg veel interessanter wordt het als we de brief lezen die de leden van de delegatie aan de hertog hebben gestuurd [1716]; samengevat:

Gerrit Schymmelpennynck, Arnt Slindewaiter, meester Derick van Stienre, secretaris, Bernt Mengerinck, Otto Keyen en Gerrit Ruiter aan de hertog.
Protest tegen de beschuldiging van verraad, met uitvoerige uiteenzetting hoe zij als gezanten waren afgevaardigd naar de koning [van Castilië] om wapenstilstand te verkrijgen.


Inderdaad! Gerrit Ruyter maakte deel uit van een kleine afvaardiging die naar het hof van Filips de Schone (ongetwijfeld in Brussel) reisde, om daar te onderhandelen over een wapenstilstand. Hertog Karel ziet deze toenadering als verraad, maar hij wordt blijkbaar verkeerd ingelicht, want op 25 juli stuurt hij een verontschuldiging [1719], samengevat:

1719 [15]05 juli 25 (in onser stat Tyell op sente Jacobus dach apostoli)
Kairle, hertog van Gelre enz. aan Gerit Schymmelpennynck, Arnt Slyndewater, Derick van Steenre, secretaris, Berndt Meyerinck, Otto Keyen en Gairt Ruyter.
Verontschuldiging voor zijn mening dat zij als afgevaardigden van Zutphen aan de koning van Castilië hulde hadden bewezen, zoals hem een bode verkeerdelijk had bericht.


Hulde bewijzen is in dit verband zich als leenman onderwerpen aan de leenheer, dus de heerschappij van Filips de Schone erkennen.

Het loopt allemaal met een sisser af. Op 29 juli sluit Karel vrede met de koning van Castilië, en schrijft de stad [1723]:

1723 [15]05 juli 29 (in onser stat Wageningen op dinxdach post Jacobi apostoli)
Kairle, hertog van Gelre enz. aan Berndt van Holthuyss, schout, en de stad Zutphen.
Mededeling dat hij vrede heeft gesloten met de koning van Castilien en andere vijanden, met bevel alle vijandelijkheden te staken en de krijgslieden af te danken.


Wat ons natuurlijk bijzonder interesseert: Gerrit Ruyter, wie was hij?
In de delegatie waren verschillende bevolkingsgroepen van de stad vertegenwoordigd. We nemen aan dat Gerrit als vertegenwoordiger van de burgers aanwezig was; immers, hij wordt als laatste genoemd.
In de stamboom van de Zutphense Ruyters zijn er vier gegadigden, zie hiernaast:

Belangrijk in dit verband lijkt me een eerder artikel "Ruyters in het stadbestuur, deel 1", waarin we (precies in hetzelfde jaar 1505) twee Ruyters tegenkomen die als vertegenwoordigers van de burgerbevolking van Zutphen worden opgevoerd:
  • Gert Ruyter Henrixs
  • Gert Ruyter Janss


Als we erop (opnieuw) vanuit gaan dat de volgorde van belangrijk naar minder belangrijk loopt, moet het bij de gezochte Gerrit Ruyter dus gaan om Gerrit Henricks Ruyter, geboren circa 1455, getrouwd circa 1485 met Wysa. In het overzicht hiernaast staat hij bovenaan.

Bronnen

HET OUD-ARCHIEF VAN DE GEMEENTE ZUTPHEN - REGESTENLIJST VAN BRIEVEN ca. 1350-1550
Deze brieven zijn genummerd, en de gebruikte brieven / rekesten heb ik in de tekst tussen blokhaken aangegeven.



Jaap Ruiter