Johannes H. Ruiter - pionier en winkelier


 
Johannes Hendriks Ruiter verrichtte pioniersarbeid in Glanerbrug en had daar een hele grote winkel - tot de beurscrach van 1929.
Onderstaande tekst en foto's heb ik met toestemming van de schrijfster overgenomen uit het boek :
Zijn wieg stond in het turvenland
door A. Douma - van Wijngaarden (1998, Meppel).


De dag na zijn huwelijk vertrok Johannes naar Gronau om te werken in de steengroeve van Ochtrup. Een jaar later kwam zijn vrouw eveneens naar Gronau en daar werd hun eerste dochter geboren : Geesje. Kort na haar geboorte verhuisde het gezin naar Glanerbrug, huurden daar een groot huis en begonnen een winkel.

Van lieverlee breidde de zaak en de handel zich uit : levensmiddelen, potten en pannen, garen en band, textiel. Er was van alles te koop. Een soort Hema
Na een verbouwing ging het gezin boven wonen en werd de hele benedenverdieping winkel.
Op deze foto zien we de potten zelfs op de bovenverdieping voor de ramen staan.



--------------------------------------------------------------------------------------
Uit fotoboekje Glanerbrug

28. Johannes Ruiter : een episode uit de geschiedenis van Glanerbrug. Zoals de meesten hier was hij afkomstig uit het noorden, geëmigreerd met zijn familie naar het dorp, dat uit het niets onstond aan die smalle streep van de grens in het midden-oosten. In 1906 had hij aan de overkant vijf woningen met een bakkerij overgenomen. Als kruidenier met 'twee-cents-stoetens' en heel veel werk en ook adminstratieve zorgen, groeide hij groter met zes mensen 'achter de toonbank'.
Hij werd de nestor onder de winkeliers en zijn winkel stond tot de nok toe gevuld. Zelfs voor de ramen van de bovenkamers staan zijn artikelen uitgestald. De bomen accentueren de groei en bloei van de zaak. Die werd vergroot tot een lange pijpela met emmers en teilen, potten en pannen, zeep-extract van het 'Bleekertje', zelfwerkend Persil voor de houten wastobbes (de vrouwen moesten wel 'beunen' op het wasbord of de man laten zwengelen aan de grote beugel van de was'machine'). Verder nog potjes pommade, margerine en Egberts baaitabak, alles was er te koop, het liefste contant!


--------------------------------------------------------------------------------------

Veel klanten kwamen van over de grens om hun inkopen te doen bij Johannes Ruiter. zo werd de zaak al gauw 'De Duitsche winkel' genoemd. Het werd een bloeiende zaak.
Johannes en Aaltje reisden met de trein naar de Leipziger Messe om spullen in te kopen.
Na Geesje werden er nog vijf kinderen geboren: Hendrik Johannes (1900), Gerrit (1903), Betje (1906), Jan (1908) en Aleida (1914). Zij kregen een voor die tijd royale opvoeding en een goede opleiding. Johannes was wel totaal onmuzikaal, maar hij gaf Geesje een piano en Hendrik en Bets kregen een viool. Vanaf die tijd werd er veel gemusiceerd bij de familie Ruiter.
Johannes richtte een inkoopcentrale op: de 'CIKEL' geheten: Centrale Inkoop Kombinatie Enschede-Lonneker.
Hij hield van organiseren. Dat er een Gereformeerde Kerk in Glanerbrug kwam, was voor een groot deel zijn werk.
Postkantoor, kerkhof, Groene Kruisvereniging, Anti Revolutionaire Partij, het kwam er allemaal door o.a. zijn enorme inzet. Van 1923-1927 was hij zelfs lid van de gemeenteraad. Hij was weinig thuis.

Circa 1914/1915.

Ondertussen werd in de winkel door Aaltje met haar personeel hard gewerkt met zuinigheid en vlijt. Tot 's zaterdagsavonds tien uur was de winkel open. Zo zuinig als Aaltje was, zo royaal bleek Johannes te zijn. Hij wilde iedereen wel helpen en had daardoor veel geld onder de mensen zitten.
Door o.a. de Beurscrisis in 1929 ging de zaak failliet. Veel klanten betaalden met Duitse marken en die waren plotseling niets meer waard! Johannes bleef met stapels waardeloos Duits papiergeld zitten.
Nu ze in de problemen gekomen waren, dacht Johannes: 'Als ieder die ik geholpen heb mij nu eens een tiende terug gaf van wat ze van mij kregen dan kunnen we weer verder'. Maar dat gebeurde natuurlijk niet.
Er brak een moeilijke tijd aan voor het gezin. Vier kinderen waren de deur al uit. Alleen Jan en Ali waren nog thuis.
Met zoon Jan begon Johannes in een pand naast hun vorige winkel opnieuw. Nu alleen met kruidenierswaren. Jan ging met het boodschappenboekje de klanten langs om bestellingen op te nemen en later de boodschappen bezorgen.
Maar dit mislukte. Opnieuw gingen ze failliet en moesten ze hun huis verlaten.
Tijdelijk kregen ze onderdak bij bakker Johannes Wessels. Daarna verhuisden ze naar Kerkstraat 56, vlak bij het spoor.
Johannes was zeer teleurgesteld in de mensen, en hij onttrok zich in 1933 aan de Kerk. Tenslotte trokken zijn broers Jan en Alle zich zijn leed aan. Zijn zenuwgestel raakte uitgeput en hij had veel last van rheumatiek. Hij werd opgevangen en verzorgd in het gezin van Alle en Marie in Groningen. Hun zoon Henk was arts en gaf hem de nodige behandeling.
Op zijn aanraden en na overleg werd Johannes begin augustus 1934 naar het ziekenhuis in Enschede gebracht, omdat zijn toestand niet verbeterde en hij dan ook dichter bij huis was. Johannes overleed daar op 27 september 1934, 65 jaar oud. Hij werd in Glanerbrug begraven bij zijn vader.

In het Twentsch Dagblad Tubantia verscheen een in-memoriam.





Opmerkingen? Foutje gevonden?   Opmerkingen?
Meld het via het reactieformulier!