Beknopte geschiedenis van Lübeck



Alle afbeeldingen op deze pagina kunnen groter bekeken worden door erop te klikken. 

Een voorloper van Lübeck werd als "Liubice" - dat betekent  "lieflijk" - door Slavische bewoners gesticht  aan de oevers van de rivier de Trave. Deze plaats werd verwoest in 1128.
15 jaar later werd iets verder stroomopwaarts een nieuw Lübeck gesticht op een schiereiland dat gevormd werd door dezelfde Trave (westkant), en de Wakenitz die in het oosten en zuiden om de stad stroomde. Een groot kasteel beschermde de enige toegang over land aan de noordkant. Lübeck was een vrije stad en kende al spoedig een stadsraad, waarvan de meeste leden uit kooplieden bestond. Deze raad heeft tot in de 19e eeuw dienst gedaan.

Lübeck in 1493

In de 13e eeuw was  Lübeck al een belangrijke handelsstad die vooral op het Baltische gebied gericht was. In de volgende eeuw werd Lübeck al de 'koningin van de Hanze" genoemd; het was het grootste en machtigste lid van deze organisatie.
Zelfs toen In de 17e eeuw de Hanze geen belangrijke organisatie meer was, bleef  Lübeck een  belangrijke handelsstad voor het Baltische gebied.

Op deze tekening is het noorden
aan de bovenkant.


De oude middeleeuwse stad is ovaalvormig en meet circa 1½ km lang en 1 km breed.
De Wakenitz stroomt rechts van boven naar beneden om de stad heen, en voegt zich onderaan bij de Trave die links van de stad omhoog stroomt. In het noorden  beschermt een kasteel de enige toegang over land. Een belangrijke verbinding is de Holstentor, links over de Trave.
De zeegaande schepen lagen ten noorden van de Holstentor afgemeerd. De binnenvaartschepen, vooral gebruikt voor het vervoer van zout,  lagen aan de zuidoever van de Trave.
De eerste bebouwing heeft destijds in het gebied van de Braunstraße gelegen, juist ten noorden van de Holstentor. Aan deze straat woonden later de machtigste kooplieden. Juist dit historisch zo belangrijke gedeelte van de stad werd ernstig getroffen door het Britse bombardement van 28 maart 1942. Maar liefst drie grote kerken brandden af - de Dom, de Petrikirche en de Marienkirche.
De Petrikirche was een bijzonder rijk versierde kerk en fungeerde als kerk voor de kooplieden. Als zodanig is deze kerk voor de famlie Reuter van speciaal belang, zie "St.Petrikirche, de koopmanskerk".

Lübeck had al sinds 1398 via het Stecknitzkanaal verbinding met Hamburg. Dit kanaal was het eerste door mensen gegraven kanaal in Europa en verbond  Lauenburg en Lübeck op de oude zoutroute via  een verbinding tussen de rivier de Delvenau (zijrivier van de Elbe).en de Stecknitz (zijrivier van de Trave).  Door dit kanaal waren feitelijk de Noordzee en de Oostzee met elkaar verbonden. Het kanaal werd gegraven tussen 1391 and 1398 en bevatte 17 sluizen om het hoogteverschil (zo'n 18 meter) te overbruggen.
Het was bepaald geen snelle verbinding. Door de lange wachttijden bij de sluizen deden de schepen over de ca.90 km soms meerdere weken. De schepen werden gejaagd - meestal door paarden - en aan beide oevers was een jaagpad.
Veel zout vanuit Lüneburg kwam via dit kanaal naar Lübeck.  Elk schip vervoerde zo'n 10 ton zout, en was 12 m lang en zo'n 2½m breed.

Met de Reformatie rond 1530 verloor Lübeck veel invloed. Het had zijn eigen macht overschat. In het Oostzeegebied waren er voortdurend spanningen (en oorlogen) tussen Denemarken, Zweden en Lübeck..
Daar kwam bij dat de handel zich steeds meer naar het westen verplaatste. Vooral naar Hamburg, goed bereikbaar aan de Noordzee, en ook Amsterdam werd een zeer belangrijke handelsstad.

Nederlandse Hanzesteden.
In de 16e eeuw slibde de IJssel steeds meer dicht. Deventer was al spoedig niet meer te bereiken met de steeds dieper stekende schepen. Goederen bestemd voor Deventer werden dan in Kampen overgeladen en die plaats werd de belangrijkste Hanzehaven aan de IJssel.
De scheepvaart naar Zutphen verliep steeds meer via de Rijn. Het was wel flink om, maar je hoefde dan ook geen tolheffingen te betalen in Deventer en Kampen.
Maar niet alle handelsverkeer ging over zee. Er was ook nog een landweg vanuit Zutphen naar Lübeck, onderdeel van de "Flämische Straße". Deze liep vanuit Brugge via Antwerpen - Nijmegen - Zutphen - Deventer - Lingen - Cloppenburg - Wildeshausen - Bremen - Hamburg naar Lübeck. Dit was de route waarlangs de postdienst verliep en waarlangs het personenvervoer plaatsvond. We mogen aannemen dat Gerhard Reuter langs deze route tussen Lübeck en Zutphen reisde.

Van oudher was het Gelders/Overijssels IJsselgebied sterk gericht op Westfalen (en niet zo zeer op de Hollandse steden). Kampen, Deventer en Zutphen, waren belangrijke omslagplaatsen voor het Oost - Westverkeer. In die zin fungeerde Kampen als een soort zeehaven voor Köln, en Hamburg was eigenlijk de Noordzeehaven van Lübeck.

Het is bekend dat veel inwoners van Lübeck  uit  Westfalen afkomstig waren. Dit is in overstemming met mijn idee dat het paard in het Reuter-familiewapen afgeleid is van het Sachsenross, dat we terugvinden in het wapen van Westfalen.

Uit niets is me gebleken dat er tussen Zutphen en  Lübeck  een speciale band heeft bestaan. Zutphen wordt eigenlijk nauwelijks genoemd, in tegenstelling tot Deventer en Kampen.

De verstandhouding tussen Lübeck en de Hollanders was in het algemeen moeizaam.  Lübeck  eiste het monopolie op voor de handel met de Baltische gebieden en zag de Hollanders als grote concurrenten. Het was ze een doorn in het oog dat de Hollanders om Denemarken heen rechtstreeks op de Baltische Hanzesteden voeren.



    vorige    volgende 

Voor het beter begrijpen van de familie Reuter is enige achtergrondinformatie over de Hanzestad Lübeck onontbeerlijk.


Stamboom Hanze Ruyters


Overzicht artikelen


Overzicht aktes


Mogelijke afstammingslijn


Veelgebruikte links


Gebruikte bronnen