Het oudejaarsschrift


 
Ali Douma was zo vriendelijk mij een kopie op te sturen van dit oudejaarsschrift. Háár kopie had zij eind 1989 van Mense Ruiter gekregen.


Ali Douma kreeg eind 1989 bij een bezoek aan Mense Ruiter, de orgelbouwer, een kopie van het oudejaarsschrift van diens grootvader Hendrik Johannes Ruiter. In dit schrift schreef Hendrik over zijn voorgeslacht, en mochten zijn kinderen elke oudejaarsavond een stukje schrijven. Ze begonnen daarmee in 1880, zoals blijkt uit de eerste regels :

Hendrik Johannes Ruiter
Geboren den 10. Augustus 1843 te Tjallebird
dit heb ik zelf geschreven op den 31 December van het jaar
Achtienhonderdtachtig


Op de eerste bladzijde vinden we een zelfgeschreven geslachtsregister :


Geslachtsregister van mijn vaders zijde voor zoover
mij bekent is
Mijn vaders grootvader hete Wieger Ruiter eerst woonachtig te Overijssel en later te Tjalleberd.

Rein W Ruiter zoon van Wieger Ruiter geboren te Tjalleberd
en daar ook altijd gewoond getrouwt met Trijntje Johs
Jager uit welks Huwelijk geboren zijn alle te Tjalleberd

Wieger R Ruiter 21 Februarij 1806
Johannesche R Ruiter geboren 25 Oktober 1807
Johannes R Ruiter geboren 26 Oktober 1809
Durk R Ruiter geboren 13 Februarij 1813
Hendrik R Ruiter 2 Junij 1817
Geertje R Ruiter 1 April 1820
Eke R Ruiter 26 Maart 1824
Zietze R Ruiter 11 Sept 1828
Johannes R Ruiter en Feikjen Hendriks Tuinsma tezamen
getrouwt den 12 Augustus 1838
uit dit Huwelijk zijn geboren twee zoontjes levenloos
en ik Hendrik J Ruiter de schrijfer hiervan
Moeder geboren te Oldeboorn 9 November 1803 en overleden
te Gersloot den .. Augustus 1873
Vader overleden den  .. Mei 1876

Ik vind het opvallend dat Hendrik wél weet had van het feit dat zijn overgrootvader Wieger uit Overijssel afkomstig was, maar blijkbaar niet wist dat zijn grootvader Rein ook nog in Wetering was geboren, en zeker niet in Tjalleberd. Ook zijn niet alle data correct opgeschreven en gezien de leeggelaten plekken had Hendrik de juiste dag van overlijden van zijn vader en moeder niet paraat.

Het schrift vervolgt met een opsomming van Hendrik's eigen kinderen, en ook hier zijn sommige data niet ingevuld, waaronder dat van hun jongste zoon Jacob, die eerder datzelfde jaar was geboren.
Later heeft Hendrik hieraan nog twee regels toegevoegd die te maken hebben met de geboorte van hun jongste zoon Geert in 1883, waarbij zijn vrouw Geesje overlijdt en ook Geert na drie weken overlijdt.

Ook op oudejaarsavond van 1882 mogen Hendrik's kinderen  in het schrift schrijven :
Zijn zoon Johannes, 13  jaar oud, schrijft :
Op den 31 December 1882 heb ik dit weer geschreven
ben ik ook met schrijven aan geleerd,
In de herst van dit jaar heb ik het matte weven geleerd
J.H. Ruiter


Diens beide broers, Jan (11 jaar) en Alle (8 jaar) schrijven vrijwel dezelfde boodschap, maar :
Bij welzijn begin ik morgen na de middag op den Nieuwjaarsdag het matte weven ook te leren.

Hendrik zelf schrijft erbij :
Ik ben maar mooi blijde dat die drie ondeugende jongens weer een paar jaar ouder zijn geworden.

Pas in 1891 schrijven ook de beide meisjes in het schrift, (Feikje is dan 14 jaar, Grietje 12 jaar), en hun jongere broer Jacob (11 jaar). Allemaal citeren ze uit het bijbelboek Spreuken.

In 1894 is het gezin in Steenwijk woonachtig, en het valt niet altijd mee een stukje te bedenken. In 1895 schrijft Jan :
Wat zal ik schrijven?
Ik zal het zoo maar laten blijven.
Jan H. Ruiter


Bijzonder zijn de stukjes op oudejaarsavond 1900 :
Ondergetekende maakt door deze aan het nageslacht bekend, dat hij seldert 8 Nov. 1897 alhier in betrekking  is, als kommies bij Rijks-belastingen.
Glanerbrugge, 31  Dec. 1900
A. H. Ruiter


Feikje H. Ruiter, oud 23 jaar :
Voor het tweede jaar als keukenmeid woonachtig in den Haag doch thans wegens ongesteldheid thuis bij mijn ouders te Glanerbrug thuis.
(Ongesteldheid betekent hier natuurlijk gewoon ziekte - JR).

Hinke H. Ruiter, oud 13 jaar :
Sedert drie weken werkzaam aan de fabriek Eilermark alhier,
En daar werk ik met plezier,
Maar ik doe het om de duiten,
Anders zou ik ze wat fluiten.


Sederdt 3 de Mei van dit jaar woon ik nu hier te Glanerbrug.
Het verhuizen ging met heel mooi weer en op het spoor heel vlug
Mijn drie oudste zoons waren met der woon hier heengegaan
En dat was de oorzaak dat ook ik van Steenwijk ging van daan
Ik ben nu oud 57 jaren heb toen ik daar was altijd met en bok gevaren
Dat werk was zwaar en meest van huis
En nu ben ik meest altijd te huis
Ook behoef ik hier niet te werken zoo zwaar
Zoo als dat met mij het geval was daar
op kerkelijk gebied ben ik hier ook wel thuis
Slechts drie kwartier staat hij van ons huis
Op Oudejaarsavond ga ik ook graag na de kerk
dat ik er nu niet was was niet om de drukte van het werk
want tot nu toe viel er nog een sneeuw terneer
Maar nu hedenavond nu was het zoon weer
De sneeuw die viel neer de wind waaide hart
thuis moest men blijven al wast ons tot smart
Maar dit zeg ik nog op het laast tot besluit
Dat ik met het rijmen schei uit
want geen werk zou ik zeggen dat ik zo dom in ben
Ja met een woordt moet ik maar zeggen dat ik het niet ken

H.J. Ruiter 31 Dec. 1900

Dit is de laatste keer dat hij in het schrift schrijft, in 1917 neemt zijn zoon Johannes het over :

In langen tijd is er niet in dit boek geschreven. Thans op 31 Dec. 1917 terwijl wij hier gezellig bij elkander zijn willen wij weer een aanvang er meemaken.
Veel is er in die jaren terwijl er in dit boek niet geschreven is gebeurd.
In het kort willen wij een klein verslag geven aan het nageslacht dat daar misschien belang in zal stellen.
Diegene die een aanvang maakte en het eerst in dit boek geschreven heeft, onzen Vader Hendrik Johannes Ruiter is overleden 13 April 1908.
In verschillende gemeenten der Ger. Kerk is hij ouderling geweest. Eerst te Terwispel daarna te Steenwijk Gronau en Glanerbrug.
Zijne plotselinge dood maakte een einde aan zijn werkzaam leven.
Johannes Ruiter Snr woont nog te Glanerbrug als winkelier en is getrouwd met Aaltje van der Plas.
Uit dit huwelijk zijn geboren :
Geesje
Hendrik Johannes
Gerrit
Betje
Jan
Aleida
                                    -------
Jan Ruiter als veenbaas te Oldetrijne getrouwd met Tintje van de Wal. Uit dat huwelijk is geboren :
Paulus
                                    -------
Alle Ruiter als rijksambtenaar te Steenwijk, getrouwd met Marie Berger. Uit dit huwelijk zijn geboren :
Hendrik
Mense
Geesje
Anna
                                    -------
Feikje Ruiter getrouwd met Jacob Bruijs, wever te Borne. Uit dit huwelijk zijn geboren :
Jacoba
Hendrik
Grietje
Evertje
Gijsbert
                                    -------
Grietje Ruiter getrouwd met Pouwel Bruins, kantoorbediende te Almelo. Uit dit huwelijk is geboren :
Lukas Evert
                                    -------
Jacob Johannes Ruiter, rijksambtenaar te Amsterdam, getrouwd met Catharina Geertruida Schot.
Uit dit huwelijk zijn geboren :
Hendrik
Janna
                                    -------
Hinke Ruiter, winkeljuffrouw te Glanerbrug, verloofd met Jan Riddersma, ambtenaar ter secretarie te Veendam.
                                    -------
Auke Ruiter, handelsreiziger te Almelo, verloofd met Geertje Kooi te Glanerbrug.
                                    -------
Johannes Ruiter jnr, rijksambtenaar te Zundert N.B. sinds 1 Juni 1916.

Vorenstaande mededelingen zijn opgetekend te mijnen huize.
Glanerbrug, 31 December 1917

Op dezelfde avond schrijven nog een aantal kinderen in het schrift :
Hinke Ruiter :
Waarschijnlijk zal dit den laatsten oudejaarsavond zijn die ik in 't ouderlijk huis te Glanerbrug zal doorbrengen.
Wanneer de Heere ons bij het leven spaart zal aanstaande Mei de tijd zijn aangebroken waarop ik met mijn verloofde in 't huwelijksbootje hoop te stappen.


Auke Ruiter :
Zoover als mijn zus heb ik het nog niet gebracht. Doch men weet niet hoe raar een dubbeltje soms rollen kan. Ik zal maar afwachten.

Johannes Ruiter (namiddags 11,55 ure) :
Waar Hinke en Auke over denken
Kan mij niet krenken
Ik ben nog steeds vrijgezel
Dat weet een ieder wel.


Auke's verloofde Geertje Kooi :
Voor het eerst van mijn leven
Heb ik in dit boek geschreven.


De laatste aantekening in het schrift is van het jaar 1918 :
Johannes schrijft :
Sinds 27 Mei 1918 ben ik als Kommies overgeplaatst van Zundert naar Gorinchem en vanaf 16 September 1918 wonen moeder en ik hier samen en ben ik dus weer in het ouderlijk huis, wat me maar goed bevalt, want zooals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
Gorinchem, 31 Dec. 1918
Johannes Ruiter jr.


Daarna zwijgt het schrift.




Opmerkingen? Foutje gevonden?   Opmerkingen?
Meld het via het reactieformulier!